Ontzettend leuk reizend festival met een keur aan jong talent en in onderzoek zijnde voorstellingen.. Met als hoogtepunt de comeback van Peer wittenbols en Rob Ligthert..’Amora’ is de prachtige headliner van het festival met schitterend spelende acteurs (o.a. Paul Kooij, Justus van Dillen, Mark Kraan en Raymonde de kuyper)..
Elfriede Jelinek’s stuk over de handel in seks is door de herhalingen in de tekst (en in de voorstelling ook door de herhalingen in de bewegingen) nogal hypnotiserend. En nogal beklemmend. Susanne Kennedy heeft het eerste deel (een monoloog van een afgewezen vrouw) en het tweede (dat expliciet gaat over hoeren en hoerenlopers) met elkaar verweven. Waarmee ze Jelinek’s nogal pessimistische stelling dat er niet echt een onderscheid is tussen betaalde en onbetaalde liefde extra benadrukt.
Vrouwen worden volgens Jelinek (als ik het tenminste allemaal goed begrijp) door mannen altijd tot (lust)object gemaakt. In Kennedy’s voorstelling kijken de acteurs (onder leiding van de kampioen op dat gebied Çigdem Teke) voortdurend indringend terug (de zaal in). Daarmee lijkt Susanne Kennedy ook de toeschouwer tot object te willen maken. Dat voelt af en toe heel ongemakkelijk. Maar dat is niet erg.
Want wat een voorstelling! Acteurs die elkaars woorden herhalen, met een net iets andere manier van spreken, zodat door die verschillen de betekenis van de tekst (en het hypnotiserende effect) wordt versterkt. Acteurs die voortdurend bewegen, maar nooit volledig op dezelfde manier als een andere acteur (ook niet in de ogenschijnlijk synchroon gechoreografeerde scènes) zodat ook dan die kleine verschillen extra betekenisnuances toevoegen.
Jelinek’s zwartgallige taalorgie wordt minutieus verwoord en verbeeld, in een regie waarin (ook deze keer weer) elk woord en elke handeling (ondanks de zwartgalligheid) bijdraagt aan de schoonheid van het geheel. Ik ben behoorlijk onder de indruk.
“They call me Nyai Ontosoroh” is een toneelbewerking van de ijzersterke, geengageerde, roman “Aarde der mensen” van Pramoedya Ananta Toer.
Het Indonesische toneelgezelschap Pentas Teater maakt daarmee en korte toer door Nederlad en België”.
Het is het verhaal van een meisje dat als zij 14 is, wordt verkocht als bedgenote en huishoudster (Nyai) aan een nederlandse planter. Zij ontwikkelt zich tot een ongewoon sterke en energieke persoonlijkheid die onvervaard de touwtjes in handen neemt - ook waar dat in het koloniale systeem niet goed paste. Maar uiteindelijk komt zij met lege handen te staan. In de verhoudingen binnen Nederlands Oost-Indië is zij als inlandse rechteloos tegenover blanke Europeanen. Zelfs haar dochter wordt haar ontnomen.
Het is een voorstelling die letterlijk vanuit het perspectief van Ontosoroh ( verbastering van ‘Buitenzorg’) verteld wordt met gespeelde flashbacks. Een beetje traag en in een beetje ouderwetse stijl.
Niettemin, een mooie kennismaking met hedendaags Indonesich toneel.
Tijdens de presentatie van zijn nieuwste boek wordt uitgever Joep door zijn interim-manager apart genomen. Die fileert hem vakkundig en laat hem dan weten dat hij ontslagen zal gaan worden. Deze goede openingscene is meteen de beste van het hele stuk. Het is verder een tamelijk eendimensionaal verhaal dat bevolkt wordt door karakters van bordkarton. Marc Rietman speelt wederom een mislukte kunstenaar in de Randstad die onverwacht geconfronteerd wordt met zijn Limburgse achtergrond. Dat doet hij niet slecht maar het blijft nogal slapjes. Zoals er in het hele stuk weinig sjeu zit, daar kunnen die 3 seconden waarin Rene van Zinnicq Bergmann in zijn blote kont staat weinig aan verhelpen. Het zou een mooi luisterboek zijn, voor een toneelstuk is het echt te weinig.
Vol vreugde was ik toen ik zag dat Arnon Grunberg´s boek Tirza geënsceneerd zou worden. Een bijzonder boek, verrassend! Mijn vreugde werd iets minder toen ik zag dat Sophie van Winden de titelrol ging vertolken. Dit heeft puur te maken met een persoonlijke afkeer tegen haar manier van spelen… en ik besloot dan ook wederom dit naast me neer te leggen. Veelbelovend stuk… en gelukkig maakt het Nationale Toneel de verwachtingen waar. Niet verrassend zoals het boek, zeker niet wanneer dit al gelezen is, want zoals ook wel te verwachten van het NT hangen ze erg aan de orginele tekst van Grunberg, terwijl er mogelijkheden te over waren. Een duidelijk, misschien te gemakkelijk, narratief; goed te volgen ook voor de vele onervaren kijkers die ik in de zaal signaleer. Kees Hulst zet Jorgen Hofmeester geloofwaardig neer, goed…zoals ik hem in mijn verbeelding, tijdens het lezen, heb gecreerd! Het kinderlijke, hysterische spel van Sophie van Winden past eigenlijk wel heel goed bij de rol van Tirza die ze vertolkt. Één gewei is sowieso voor het acteerwerk van alle acteurs op het toneel, daar valt weinig over op te merken. Mooi in alle simpelheid vind ik het toneelbeeld van Tom Schenk, ook niet verrassend overigens… Het gebrek aan enige verrassing bezorgt het NT een tomaat en ook het feit dat de ontknoping, zonder pardon en zonder spannend makende opbouw, de zaal in wordt gedeponeerd. Maar dan toch… is het mijn favoriete NT voorstelling tot nu toe!
Dit was Rosencrantz en Guildenstern als aanleiding tot veel geestigheden, grapjes en slapstick. De verwjzingen naar Hamlet zijn talrijk, maar wel bijzaak. Het is theater oveer theater, maar boeiend zat voor buitenstaanders als wij. Twee uur genot voor de mensen óp het toneel ( althans zo ziet het er uit) en voor ons in de zaal.
De Vrienden van de Dansmuziek hebben weer geheel aan mijn verwachtingen voldaan. Een prachtig stuk zeker met de manier waarop regisseur Domenico Mertens invulling gegeven heeft. Hij heeft het weer gedaan door de actualiteit op een plezierige en interesaante te presenteren. Ook het decor klopte weer en gaf een goede samenspel tussen de actualiteit en het virtuose spel van de cteur onder leidng van Domenico Mertens ik wilde het nogmaals zien maar helaas was het Laktheater in Leiden al uitverkocht
‘Om te beginnen bij het begin.’ Dat is de eerste zin van de prachtige vertaling van Hugo Claus van Under Milkwood, het hoorspel over een lentedag in Llaregyb van Dylan Thomas. De Vlaamse acteurs Jan Decleir en Koen De Sutter slagen er glansrijk in om daar ook in de schouwburg een heerlijke ode aan het woord van te maken.
Twee acteurs op het toneel voor vierenzestig personages. Dat vraagt om oplossingen. Decleir gebruikt vooral traditionele acteertechnieken. Hij verandert van houding en van stem om personages van elkaar te onderscheiden. De Sutter laat het meestal bij een subtiel variëren van de spot in zijn stem. Ik heb een lichte voorkeur voor die oplossing. Ook al omdat ik de dictie van De Sutter iets prettiger vind. Een kwestie van smaak natuurlijk.
In de publiciteit (en in de foyer na afloop) gaat de meeste aandacht uit naar Jan Decleir. Begrijpelijk. Die is nou eenmaal (in Nederland) bekender. Ik heb zelfs flink moeten zoeken om te achterhalen dat Koen De Sutter ook de verantwoordelijke is voor de regie.
Twee uur lang wachten op de climax die niet gaat komen vergt te veel van het publiek, zelfs van de ervaren kijker.. Laat Toneelgroep Amsterdam en NT Gent onder leiding van Johan Simons samenwerken, zet top acteurs als Elsie de Brauw, Chris Nietveld en Jacob Derwig samen op het toneel en je hebt een topstuk?! De verwachtingen waren hoog gespannen, de teleurstelling was dan ook groot. Geen topstuk! Het stuk gebaseerd op de film van cineast Marco Ferreri lijkt op papier interessant en zeer speelbaar, echter is de toneelpraktijk anders. Na een te lange introductie is de hoop er wanneer de vleeshompen letterlijk ten tonele storten. Je voelt de zaal denken ´nu begint het´ en ´we hebben er zin in´ en dat is ook zo; enkele minuten kijk ik geboeid en verwachtingsvol naar de vier succesvolle mannen die maaltijden voorbereiden waaraan ze uiteindelijk tevreden ten onder zullen gaan. Maar de climax wordt uitgesteld…, komt niet en het verhaal sukkelt verder. Elsie de Brauw geeft af en toe de aanzet, maar krijgt nauwelijks respons. We krijgen slechts een sumiere hoeveelheid achtergrond informatie over de personages aangeboden waardoor ik me steeds een buitenstaander voel en elke minuut in de zaal, lijkt ook een minuut in de wereld op het toneel te zijn. De diepere laag is er absoluut, de continue verwijzing naar de vrouwenborst, het vrouwelijk geslacht, de tekst van Chris Nietveld in de rol van Christiane en de, af en toe prachtige, beeldende kunstwerken die geprojecteerd worden… Hiervoor dan ook een gewei, maar het is zonde dat Johan Simons afscheid neemt met een voorstelling waarbij alleen de potentie overblijft!
Beetje laat, maar toch. Voor de pauze was het echt goed. Na de pauze geen bal aan. Het leek wel of de acteurs snel naar huis wilde. Grote hulde voor Kitty Courbois. Jammer dat ze haar jublieum moet vieren met zo’n kleine rol. Leuk deze voorstelling maar geen absolute top.