NT live is een nieuw initiatief waarbij voorstellingen van het National Theatre in London, in 65 plaatsen live te volgen zijn via het bioscoopscherm. Helen Mirren speelt Phèdre, dus Tuschinski zit vol. Ik zie veel landelijke theatermensen. Ik ken Engels toneel alleen van tv en film, maar die Engelsen zijn toch fantastische acteurs? Not. Of, ze zijn wel fantastisch, hun stemmen klinken kloek en klaar en de articulatie is prima in orde, maar verder…. Mens, wat is dit saai! Zelfs Mirren, die ik toch zeer bewonder, vind ik matig. Melodramatisch, totaal ongeloofwaardig en (vreselijk om te zeggen) lelijk. Waar is die sexy zestiger gebleven? Saaie kleren, afschuwelijke pruik. Ik hoor naderhand dat alle acteurs zendertjes dragen - in Nederland ben ik daar langzamerhand aan gewend en begin ik het zelfs prettig te vinden. In Engeland dragen ze weliswaar zenders, maar blijven ze galmen alsof ze het 6e balkon moeten bereiken. Het is stijf, er wordt alleen met het hoofd geakteerd, soms buigt iemand een knie op de grond. Ik heb heimwee naar Ivo van Hove en speciaal naar dat leuke Vlaamse jongetje dat tijdens Rocco en zijn broers konstant aan het rennen en springen was. Mijn respekt voor Nederlandse acteurs stijgt acuut. Die Theseus, wat een ramp. Is er dan helemaal helemaal niets goed? Nou ja….Dominic Cooper (Hyppolitos) heeft goede momenten, de scene waarin hij probeert zijn vader van zijn onschuld te overtuigen is mooi. En de boodschapper die komt vertellen dat Hyppolitos gestorven is, is geweldig. Eindelijk iemand met echte passie, niet alleen in woorden - zijn articulatie is trouwens bij tijden iets minder, goddank. Hem geloof ik tenminste. Hij laat mij zien wat er gebeurd is. Een gewei voor hem. En een gewei voor Tuschinski, want ik vond de kans dit te zien erg leuk, zelfs al was het stuk een ramp. Het National Theatre gaat nog 3 stukken op deze manier laten zien. Als ik kan, ga ik ook daarnaar kijken. 22.50 euro is te doen en als ik daardoor met een nieuwe blik naar het Nederlands toneel kan kijken, prettig!
Vanaf het allereerste begin wordt het publiek overspoeld met bizarre en minder bizarre taferelen. Daarbij verzorgt de groep het publiek goed. Er worden leuke prijzen verloot, er is eten en drinken en een enkeling krijgt zelfs te kans om kaviaar te proeven onder toezicht van een actrice met ontbloot bovenlichaam. Ogen en oren komen niets te kort in deze voorstelling. Misschien is het allemaal wel net even te veel. Misschien, want de voorstelling verveelt geen moment. Maar ik moet ook eerlijk toegeven: ik houd wel van een gezonde portie verwarring. En ik weet nu hoe kaviaar smaakt.
Met een iPod en een koptelefoon ga ik op pad, foto’s met straattaferelen wijzen me de weg. Een mevrouw op het scherm zegt: ‘Volg de pijlen maar. Je hebt geen keus. Je kunt alleen maar volgen.’ Ze is erg overtuigd van zichzelf: ‘Van elke opdracht kan ik inschatten of je die gaat uitvoeren of niet.’
Om haar ongelijk aan te tonen reageer ik natuurlijk expres zo onvoorspelbaar mogelijk. Wat denkt ze wel! Ondertussen houd ik met één oog de pijlen op de iPod in de gaten, met mijn andere let ik erop dat niemand me omver rijdt. De instructies worden af en toe onderbroken door extra nieuwsuitzendingen. Daar ga ik niks over verklappen. Maar ik ga wel dit zeggen: inhoudelijk vind ik zowel de opdrachten als die nieuwsberichten oninteressant en een beetje kinderachtig, daar leer ik niet veel van. Ik ervaar het gemanipuleer met me dan ook als gemanipuleer om het manipuleren.
Na negenendertig minuten is het zover, dan gebeurt er wat de titel belooft. Ik denk ‘Shit, ik ben er toch ingetrapt’. Maar het al te laat. Ruw word ik bij mijn arm gegrepen en voorgeleid. Dat gaat heel dwingend. Het is geen prettige ervaring. Na iets meer dan een minuut is het weer voorbij, ze laten me gaan, en geven me de gelegenheid om voyeur te zijn bij de ervaringen van anderen. Maar daar heb ik helemaal geen zin in.
Twee kinderen van een jaar of tien kijken mij en ongeveer zestig andere volwassenen onbewogen aan. Met strakke gezichten nemen ze ons op. Voor kinderen van die leeftijd zijn ze onnatuurlijk vastberaden. Dan snauwt de kleinste van de twee, die met de schattige vlechtjes: ‘Kijk nog maar één keer om!’ Haar blik is heel dreigend. Toch moet ik er een beetje om lachen. Maar dat lachen zal me gauw vergaan!
Anderhalf uur lang doen dertien kinderen (van tussen acht en twaalf jaar) met me wat ze willen. Ze hebben me volledig in hun macht. Gedwee laat ik me door een stoïcijns zwijgend meisje van elf door de duinen leiden. Met alleen zijn ogen dwingt een jongen van negen me dingen te doen die ik absoluut niet wil doen. Maar wat ik zelf wil of niet wil, doet er niet meer toe. Wat een ongelooflijke ervaring om als volwassene door kinderen in zo´n positie gebracht te worden.
Af en toe wilde sprongen makend komen de kinderen op hun regisseur afgerend. Tot mijn opluchting blijken het heel gewone kinderen te zijn. Die nu de voorstelling is afgelopen geen seconde langer stil kunnen staan. Die opgewonden en door elkaar heen pratend vertellen over (voor mij onbelangrijke) details die vanmiddag niet helemaal goed gingen.
Wat doet Martha in de uren voor haar psychologische gevecht met George? Ze beeldt een dier uit. En George? Die raadt niet welk dier dat is. Boogaerdt / Van der Schoot, ondersteund door René Geerlings (George) en Melih Gençboyaci (Nick), laten met weinig tekst en veel fysiek spel zien hoe de gasten zich op het feest voorafgaand aan Who is afraid of Virginia Woolf? gedragen. In plaats van decor vullen negen figuranten het zandpodium met bewegingen.
We zien de laatste stuiptrekkingen van een strandfeest. De overgebleven gasten zijn niet echt dronken, maar hadden er verstandiger aan gedaan twee pilsjes eerder al naar huis te gaan. Lang lijkt het erop dat George de pesterijtjes van zijn vrouw Martha gelaten over zich heen laat gaan. Maar hij komt sterk terug, en in de laatste ronde slaat hij toe.
Leuke voorstelling. Ik kijk al uit naar Martha ♥ George, waarin Boogaerdt (Honey) en Van der Schoot (Martha) de afterparty bij het echtpaar thuis onder handen zullen nemen.
Mag ik zeggen dat dit een geile voorstelling is? Ik vind van wel. Maar niet alleen geil. Ook hilarisch, poëtisch, helder, en verdomd goed. En een voorstelling waarin van stijlmiddel naar stijlmiddel wordt gesprongen.
Na Totaal Thomas (over Thomas Bernhard), Rainer Maria (over Rainer Maria Rilke) en Villa Europa (over Stefan Zweig), is Alma (over Alma Mahler) de vierde voorstelling van de Warme Winkel in een serie over Oostenrijkse kunstenaars onder de titel Öst’reich raus!.
Het begint ingetogen met een monoloog van Vincent Rietveld die als Gustav Mahler een brief van Alma citeert. Maar dan gaat het los. Via onder meer een kluchtige bediendenscène voorafgaand aan een diner naar een over de top circusnummer met paardendressuur, en van een aarzelend en bescheiden uitgesproken pleidooi voor het werk van Klimt naar meesterlijke tableaus vivants en kronkelende porno.
Ik noem niet de namen van de andere acteurs en van de regisseur, alleen nog die van de man die verantwoordelijk was voor het fraaie geluidsontwerp, die medebedenker was van het schitterende decor, en geslaagd vertolker van de gevoelige ballade Ich bin so geil: Richard Janssen.
Geweien voor leuke Westend Theater en Servaes en Martin. Old school slapstick, deze backstage-in-provincie-theater perikelen. Vond de ‘voorstelling’ die alleen als soundscape te volgen was (en soms omdat een verdwaalde artiest het podium op liep), ook heel intrigerend. Had veel ‘This is Spinal Tap’ associaties.
Achteraf gezien is het eigenlijk gewoon een whodunit, maar wel in een prachige vorm. De sfeer zit er gelijk in bij de binnenkomst met de muziek. De publieksopstelling was een groot pluspunt en de stijl was strak. Dit helpt allemaal mee aan de acteerprestaties die erg goed waren voor jonge amateurs. De passie en het plezier stralen er van af. Zo kan theater gelukkig ook zijn, rauw en uit het leven gegrepen met genoeg knipogen en een duidelijk verhaal in een prachtig plot. Je moet wel je publiek mee hebben, het liefst een jong publiek dat deels kan vertalen wat je niet direct begrijpt. Echt genoten van deze voorstelling!
wat was dat vreselijk saai zeg. Goed dat er geen pauze in zat want dan was de zaal denk ik leeg geweest de tweede helft. Heb ik daar 35 euro voor moeten betalen? Voel me flink belazerd. Ik heb niks tegen toneel waarbij je moet nadenken, maar dit was echt volkmen onzin - zeer pretentieuze onzin. Het verpesten van op zich prachtige teksten van TS Eliot, Kafka en Beckett. Boe! Boe! Boe!
Bij de diashow werd de pijngrens bereikt: abstract autisme in a capella, en dat zeven kwartier lang. Na het schitterende Stifters Dinge vorig HF nu een ongelooflijke ‘nieuwe kleren van de keizer’-gevoel. Mijn inzending voor de gouden tomaat: ongetwijfeld dramaturgisch allemaal zeer correct & hyperverantwoord, maar in uitvoering vooral dodelijk noncommunicatief & saai.