Een terechte hommage. Voor het legendarische Hauser Orkater. Die muziek. Die speciale teksten van Warmerdam. En dat door zes musici in topvorm en zang van twee jonge enthousiastelingen ( Thomas Spijkerman en Jean-Paul Buys) aangevoerd door de meesterlijke Maarten van Roozendaal.
Kortom, wat mij betreft een toppertje op de Parade.
In iets wat lijkt of een Noors houten kerkje, is op de Parade Schoftendiner te zien.
Twee vrouwen en vier mannen zijn het bedienend personeel in de eetzaal van een ( vermoed ik) cruiseschip. Ze zorgen voor superieure woordloze humor, staaltjes acrobatiek en vertoon van dynamiek.
Het is een korte maar nagenoeg perfecte voorstelling in de regie van Beppie Melissen.
De moeite meer dan waard.
Naar ik vermoed het mooiste toneelbeeld van de Parade: een geweldig keukenblok van een Balkan restaurant.
Pittige gerechten door en pittige gevechten tussen de Bosniër, de Serviër en de Zigeuner binnen dat blok. Gergeld opgejut door twee Amsterdamse serveersters.
Vermakelijk en zinnig toneel. Een tikkie onaf, maar boeiend.
Parade entertainment is het, maar aardig entertainment.
Een DJ die ‘s nachts zorgt voor pittige pop en langzame levensliederen op de radio. Natuurlijk afgewisseld door de bellers: een zwangere truck(st)er in ruste, een paniekerende taxi-chauffeur en een neurotische gamer.
Ricky Koole is de onverbiddeloijke ster.
Het huwelijk als worsteling
Jonge mensen die iets over de liefde vertellen. Ik ben benieuwd en sta al vroeg in de rij voor een kaartje. Na de openingsscene ben ik blij verrast. Geen Romeo en Julia, geen Tristan en Isolde. Nee, niets van dit alles. Wel twee jonge mensen die van elkaar houden, maar elkaar ook verafschuwen. Net echt. De jonge theatermakers Judith Hazeleger en Koen Kreulen houden elkaar ruim een half uur stevig in de houdgreep. Het huwelijkse leven wordt stevig onder de loep en, ja, ook op de hak, genomen. Met fysiek spel maken ze duidelijk dat mensen die zich tot in de eeuwigheid met elkaar verbinden letterlijk een worsteling met elkaar aangaan. De mimespelers gaan het gevecht aan op iedere vierkante centimeter. Grof geweld wordt afgewisseld met subtiele dans en prachtig gecoördineerde bewegingen. Beiden zijn zich bewust van hun lichaam en hebben hier volledige controle over. Ze kronkelen over elkaar als behendige slangen. De aanvankelijk romantische ambiance dampt weg als vluchtige alcohol en maakt plaats voor een giftige, verziekte sfeer. Liefkozingen worden ingeruild voor stekeligheden en vulgaire scheldwoorden. Wat een rothuwelijk. Dit is wel een heel desolaat toekomstbeeld van de twee jonge makers. Of harde werkelijkheid? Bittere realiteit? Net als het doembeeld van weer een vergald huwelijk om de hoek komt kijken, kweelt Dolly Parton ons haar bekende ‘I will always love you’ toe. En zo gaan we toch blij naar buiten. Maar of het ook in het echt zo gaat? Ik weet het niet.
Na de oerversie die Bausch in 1978 maakte voor professionele dansers en de versie voor 65-plussers, nu dan nogmaals Kontakthof, maar dan voor jongeren. Heel logisch eigenlijk, want het om elkaar heen draaien, aantrekken en afstoten speelt juist op die leeftijd vaak een overheersende rol.
Maar waarom begrijp ik niet waarom iedereen zo jubelt over deze productie? “De jongeren laten heel veel van zichzelf zien”. Nou, ik zie dat niet. Ja, een handvol van de zesentwintig wel, maar bij het afbuigen zie ik gezichten die me eerder niet of nauwelijks zijn opgevallen. En het was toch een lange - te lange - voorstelling. Ik zie ze alleen maar keurig dingen doen die ze ingestudeerd hebben, die eigenheid vind ik vaak ver te zoeken.
Dat geldt dus niet voor die handvol en al helemaal niet voor een zeer dun, maar zeer opvallend meisje: Joy Wonnenberg. Haar bewegen en acteren is zonder enig compromis. Als zij op de vloer staat vult haar fragiele lijfje de hele Rabozaal. Er zijn momenten dat de hele groep energiek danst, maar ik zie er niks van, ik zie alleen maar Joy. Eindapplaus: het publiek juicht en jubelt. Ik begrijp het niet. Of zouden ze dat alleen doen voor Joy?
Leuk en ontregelend als het al begonnen is als je - op tijd - de zaal binnenkomt. Want daar gebeurt inmiddels het nodige. Sommige bezoekers lijken wanhopig op zoek naar hun plaats, dan is er ook een dame die een verdwenen schoen zoekt, oude bekenden zien elkaar en er volgt een luidruchtige begroeting. Dit alles is slechts de opmaat naar een soms interactieve voorstelling, gelardeerd met zeer energieke dans. In korte tijd klauteren naakte mannen over en tussen de schouwburgbezoekers, die nu en dan uitgebreid geknuffeld worden. Danseressen rollebollen vechtend door de gangpaden, elkaar de kleding van het lijf trekkend en zetten het gekijf later, als de voorstelling zich naar het podium verplaatst, voort met veel gesmijt van schoeisel.
Inmiddels is, zo mag duidelijk zijn, de zoektocht naar tederheid begonnen. Naast hilarisch is die tocht ook vaak zeer ontmoedigend. Tederheid is voor losers, maakt onze gastvrouw duidelijk, ‘t is zó zeventiger jaren. Dansers worden gekleineerd (ze doen werkelijk alles voor zo weinig geld0, een schuchtere aanbidder met taart wordt door de vrouw afgeserveerd door luidkeels te taart te berijden. Tussen allerlei pogingen tot tederheid die doorgaans stranden, wordt er door de grote groep heel energiek gedanst. Rollen, springen, vallen, kniebeschermers zijn hier geen overbodige luxe.
De tederheid wordt bewaard tot het einde. Na scènes die soms grof, hilarisch of stilmakend zijn, krijgen we een prachtige glijpartij van naakte lijven te zien op een kletsnatte vloer. En dan, helemaal aan het eind, kruipen de de dansers getweeën en gedrieën bij elkaar en dooft heel langzaam het licht over de verstrengelde lichamen.
Een heel krachtige, aansprekende productie van deze Israelische dansgroep. Veel ensemblewerk maar soms ook sterke duo’s. In een klein uur horen we meerdere muziekstijlen, van wat ruigere jazzy muziek tot nogal zoete volksmuziekachtige wijsjes. We zien een flink aantal choreografische invalshoeken, die vaak niet langer dan enkele minuten duren. Mooi, maar waarom niet wat minder ideeën wat langer uitgewerkt. Er wordt nu wel erg veel in dat uurtje gepropt.
Over IJ Festival - Speciaal voor het Over Het IJ Festival maakte Wildeman en Boukje deze voorstelling. Wat een geweld, wat een muzikaliteit, wat een zweet, wat een poezie. Waanzinnig getalenteerde jongens weten je mee te sleuren in hun bubbel, hun wereld, hun pijn. Echt de moeite waard om te gaan kijken. Met een fantastisch ontroerend eind. (1 tomaatje voor mijn percussie-irritatie tegen het einde van de voorstelling)
Toen ik in het programma over de “gewaagde optredens” van de choreografe las: “ooit liet zij in een perfecte plié haar plas in een metalen emmer klateren” had ik al iets van “hm, als dat maar geen lollige bonte avond wordt.”
Nou , het werd ook niet lollig. Het was een lange zit met nogal wat flauwe, puberale humor, dus jammer genoeg niet zo “grappig, buitensporig en grof” als de vooraankondiging beweerde. Het meest storende was nog wel het constante gebruik van maskers. Alsof je naar een grote poppenkast zit te kijken. Omdat ik op het podium zat was het soms net of ik een slechte illusionist op de handen keek: er werd nogal wat effectbejag toegepast. Toch een gewei: de mooie dramatische muziek van Louis Dufort verdient een interessantere choreografie.